
Er is iets magisch aan katten. Wie ooit een kat in huis heeft gehad, weet wat ik bedoel, dat zachte getrippel over de vloer, het tevreden gespin als een miniatuurmotortje, de blik die tegelijk afstandelijk én liefdevol kan zijn. Katten houden van vrijheid, maar ook van geborgenheid. Ze weten precies wanneer ze een mens nodig hebben en wanneer niet.
Misschien is dat ook waarom zoveel schrijvers en lezers een zwak hebben voor katten. Ze lijken uit boeken te zijn weggelopen. Zelfstandige personages met een eigen wil, een vleugje mysterie en een goed gevoel voor drama.
Voorlezen met een spinnende luisteraar
Voor mij begint de liefde voor katten vaak tussen de pagina’s van een boek. Vooral kinderboeken weten dat gevoel van verwondering en warmte zo mooi te vangen. Denk aan een kind dat met rode wangen en een dekentje op de bank zit, een kop warme chocolademelk naast zich, en een kat die zich oprolt aan zijn voeten. Terwijl een ouder voorleest over katten die avonturen beleven, ontstaat er een mooie intieme sfeer.
Voorlezen is meer dan woorden delen, het is samen zijn in het verhaal. En als er dan ook nog een kat in de kamer is, lijkt het alsof het verhaal tot leven komt. De kat tilt zijn kop op bij haar naamgenoot in het boek, spint goedkeurend als de hoofdpersonage eindelijk een thuis vindt, en sluimert weg als de bladzijdes langzaam ritselen.
Een boekje over twee buitenkatten
Onlangs ontdekte ik een kinderboekje dat precies dat gevoel vangt, ‘Poeski en Moeski zoeken een thuis’. Het vertelt het verhaal van twee buitenkatten die in de herfst nog vrolijk door de bladeren rennen, maar zodra de winter zijn eerste koude adem laat voelen, beginnen te twijfelen aan hun vrijheid. Wanneer de sneeuw valt en het voedsel schaars wordt, besluiten de twee dat ze samen een plek willen zoeken waar ze veilig de winter kunnen doorbrengen.
Poes Dipsy woont in een huis en merkt ineens Poeski en Moeski op in haar tuin. Het is inmiddels winter en het is koud buiten. Zal het lukken dat Poeski en Moeski in het huis mogen komen om lekker op te warmen?
Voor kinderen is het een prachtig verhaal over vriendschap en vertrouwen. Voor volwassenen is het een stille herinnering aan de verantwoordelijkheid die we dragen voor de dieren die onze buurt delen.
Van buitenkat naar zwerfkat
Tijdens het (voor)lezen dacht ik aan alle echte Poeskies en Moeskies die niet op papier bestaan, maar in tuinen, steegjes en parken. Niet elke buitenkat kiest er namelijk voor om buiten te leven. Sommigen zijn verdwaald, verlaten of geboren in het wild. Zwerfkatten, zoals we ze vaak noemen, leven tussen vrijheid en gevaar, zonder vast thuis, zonder iemand die ze roept voor het eten.
In het boekje vinden Poeski en Moeski uiteindelijk een gezin dat ze samen binnenlaat. Maar de werkelijkheid is niet altijd zo warm geschreven. Gelukkig zijn er in veel dorpen en steden vrijwilligers die zich inzetten voor zwerfkatten. Ze vangen ze op, zorgen voor sterilisatie, voedsel en beschutting.
Misschien dat elk kind na het lezen van ‘Poeski en Moeski zoeken een thuis’ even nadenkt. Wat als die twee katten écht bestonden? Zouden we ze binnenlaten? Zouden we ze helpen?
Liefde leren door verhalen
Kinderboeken over dieren zijn nooit zomaar verhalen. Ze zijn oefenmateriaal voor empathie. Een kind dat leert meeleven met een kat die het koud heeft, leert later ook meeleven met mensen die het moeilijk hebben. Dat is de kracht van voorlezen. Zonder moraliserend vingertje, maar met beelden die in het hart blijven hangen.
En katten lenen zich daar zó goed voor. Ze zijn teder en trots, kwetsbaar en slim, precies zoals mensen, maar dan met meer elegantie. Als Poeski door de sneeuw ploetert en Moeski zegt: ‘We vinden wel een warm plekje,’ klinkt dat als hoop. Niet alleen voor katten, maar voor iedereen die ooit een beetje verloren was.
Een huis vol verhalen (en kattenharen)
Bij ons thuis ligt er altijd wel ergens een boek open en daar bovenop ligt dan Jeppe, mijn kat. Hij lijkt te weten dat papier warmte vasthoudt. En misschien is dat ook wel waarom katten en lezers elkaar zo goed begrijpen, ze houden allebei van rust, van kleine werelden waarin iets groots gebeurt.
Een klein gebaar, een groot verschil
De liefde voor katten begint vaak met één ontmoeting. Misschien met een boek. Misschien met een kat die voorzichtig de tuin inloopt, zoekend naar wat warmte. En soms kun je met iets kleins een groot verschil maken: een bakje water buiten zetten, contact opnemen met de lokale dierenopvang, of een verhaal voorlezen waarin een kat eindelijk zijn thuis vindt.
Wie weet inspireert zo’n verhaal een kind om later een zwerfkat te helpen. Zo groeit liefde, niet in grote daden maar in zachte, herhaalde gebaren.
‘Poeski en Moeski zoeken een thuis’ is meer dan een kinderboek. Het is een ode aan de veerkracht van katten, aan de warmte van woorden en aan de simpele waarheid dat elke kat, of hij nu buiten of binnen leeft, ergens bij wil horen.
En misschien is dat ook de essentie van lezen. Dat we, net als katten, even onze eigen wereld verlaten om een ander te vinden.
Goede doelen steunen
Wel leuk om te weten dat Poeski, Moeski en Dipsy hebben echt bestaan en een deel van de opbrengst van het boek ook naar goede doelen gaat om katten te helpen. Deze doelen zijn: Stichting Dierenhulp, Stichting de kattenhulpdienst, Kat zoekt Thuis en Kattenopvang Waasland. Omdat ik graag een klein steuntje in de rug wil zijn voor de schrijfster Nathalie Maes, schrijf ik deze blog in de hoop dat het boekje een plekje vind in de schoen van Sinterklaas of onder de Kerstboom.
En kruip daarna onder een dekentje, met dit boek en misschien een kat erbij. Lees, luister, spin een beetje van geluk. Want liefde, of het nu voor katten of voor verhalen is, begint altijd met aandacht.
‘Poeski en Moeski zoeken een thuis’ is geschreven door Nathalie Maes en is te verkrijgen via onderstaande button.